Uitspraak
20.2082 PW
mr. A. Kerkhof en mr. J.B.L. Krahmer.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 3 mei 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de intrekking en terugvordering van bijstand van appellant, die sinds 26 september 2016 bijstand ontving op grond van de Participatiewet. Het college van burgemeester en wethouders van Asten had de bijstand ingetrokken omdat appellant zijn inlichtingenverplichting had geschonden door niet te melden dat hij niet op het uitkeringsadres verbleef. De Raad heeft vastgesteld dat appellant in de te beoordelen periode, van 26 september 2016 tot en met 12 november 2018, niet zijn hoofdverblijf had op het uitkeringsadres, wat werd ondersteund door extreem laag waterverbruik en andere onderzoeksresultaten. Appellant had verklaard dat hij vaak bij anderen verbleef, maar kon niet aannemelijk maken dat hij recht had op bijstand. De Raad oordeelde dat het college terecht de bijstand had ingetrokken en de kosten had teruggevorderd. De uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant werd bevestigd, en het hoger beroep van appellant werd ongegrond verklaard.