ECLI:NL:CRVB:2021:511
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- D.S. de Vries
- J.P.A. Boersma
- D. HardonkPrins
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de vervoersbehoefte van een appellante met mobiliteitsbeperkingen in het kader van de Wmo 2015
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 februari 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Noord-Nederland. Appellante, geboren in 1948 en beperkt in haar mobiliteit door multiple sclerose, had een verzoek ingediend voor zwaardere accu's voor haar scootmobiel, die haar volgens haar niet in staat stelde om in haar vervoersbehoefte te voorzien. Het college van burgemeester en wethouders van Leeuwarden had dit verzoek afgewezen, met de argumentatie dat appellante met de haar ter beschikking staande vervoersmiddelen voldoende in haar vervoersbehoefte kon voorzien. De rechtbank had het beroep van appellante tegen deze afwijzing ongegrond verklaard.
De Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat het college zorgvuldig onderzoek heeft gedaan naar de vervoersbehoefte van appellante. Het college had na een huisbezoek geconcludeerd dat de vervoersbehoefte van appellante bestond uit vervoer voor vrijwilligerswerk, boodschappen, ziekenhuisbezoek en recreatieve activiteiten. De Raad onderschrijft het oordeel van de rechtbank dat het college met de verstrekte scootmobiel en de aanwezige accu's een passende bijdrage heeft geleverd aan de zelfredzaamheid en participatie van appellante. De Raad benadrukt dat het college zich bij de invulling van zijn verplichtingen heeft mogen beperken tot de lokale vervoersbehoefte van appellante.
De Raad concludeert dat het hoger beroep van appellante niet slaagt en bevestigt de aangevallen uitspraak. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.