ECLI:NL:CRVB:2021:364
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Terugkeergarantie en Sociaal Plan in het kader van verzelfstandiging van gemeentelijke diensten
In deze zaak gaat het om de vraag of appellanten, voormalige werknemers van de gemeente Rotterdam, aanspraak kunnen maken op de terugkeergarantie zoals vastgelegd in het Sociaal Plan. De Centrale Raad van Beroep heeft op 18 februari 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De rechtbank had geoordeeld dat het beroep van appellanten op de terugkeergarantie niet slaagde, omdat hun dienstverband niet was beëindigd binnen de termijn van vier jaar zoals vereist in het Sociaal Plan. De appellanten waren tot 1 januari 2008 in dienst van de gemeente en zijn na verzelfstandiging in dienst gekomen bij stichting [C]. Na een fusie in 2012 met stichting [X] is stichting [C] opgegaan in stichting [D]. De appellanten hebben in 2017 een beroep gedaan op de terugkeergarantie, maar de gemeente heeft dit afgewezen, omdat zij niet meer als ambtenaren waren aangesteld. De Raad heeft bevestigd dat de evaluatie van de gedwongen winkelnering in 2011 niet heeft geleid tot de opheffing van de gedwongen winkelnering en dat er geen personele consequenties zijn geweest die een nieuw sociaal plan rechtvaardigden. De Raad concludeert dat appellanten geen recht hebben op de terugkeergarantie en bevestigt de uitspraak van de rechtbank.