ECLI:NL:CRVB:2021:3313
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek niet in behandeling genomen wegens gebrek aan motivatie
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 29 december 2021 een wrakingsverzoek van een verzoeker niet in behandeling genomen. De verzoeker had hoger beroep ingesteld tegen eerdere uitspraken van de rechtbank Amsterdam in verband met zijn geschil met het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam. Tijdens de zitting op 16 november 2021 werd de verzoeker geïnformeerd dat de behandelend rechters A.B.J. van der Ham, E.J.M. Heijs en M. ter Brugge zouden zijn. Op 7 december 2021 diende de verzoeker een wrakingsverzoek in, waarin hij stelde dat er sprake was van onzorgvuldigheid en een schijn van partijdigheid bij de behandeling van zijn zaak.
De Centrale Raad van Beroep overwoog dat volgens artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een verzoek om wraking gemotiveerd moet zijn. De verzoeker had echter geen specifieke feiten of omstandigheden aangedragen die de rechterlijke onpartijdigheid in gevaar zouden kunnen brengen. De wrakingskamer concludeerde dat het verzoek niet voldeed aan de eisen van de Awb en besloot het verzoek buiten behandeling te laten. De beslissing werd genomen door de voorzitter B.J. van de Griend en de leden E. Dijt en L.M. Tobé, met S.C. Scholten als griffier. De uitspraak werd openbaar gedaan op dezelfde datum.