ECLI:NL:CRVB:2021:3150

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
2 december 2021
Publicatiedatum
14 december 2021
Zaaknummer
20/3197 WW-PV
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens gebrek aan procesbelang na gewijzigde beslissing op bezwaar

Op 2 december 2021 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 20/3197 WW-PV. Het hoger beroep van de appellant, die niet verschenen was, was gericht tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 10 augustus 2020. De Centrale Raad van Beroep heeft het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard. Dit besluit is genomen omdat er geen procesbelang meer bestond. De Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) had op 29 november 2021 een gewijzigde beslissing op bezwaar genomen, waarbij volledig tegemoet was gekomen aan de appellant. Hierdoor was er geen geschil meer over de gevraagde schadevergoeding, proceskostenvergoeding en de vergoeding van het griffierecht.

De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, onder leiding van voorzitter H.G. Rottier, met de leden M. Schoneveld en S. Wijna. De griffier van de zitting was D.S. Barthel. De beslissing is openbaar uitgesproken en is gebaseerd op de overweging dat de appellant geen belang meer had bij het hoger beroep, aangezien het Uwv de eerdere beslissing had herzien en de appellant volledig had gecompenseerd. Dit betekent dat de Centrale Raad van Beroep geen verdere stappen kon ondernemen in deze zaak, omdat er geen geschil meer bestond dat opgelost moest worden.

Uitspraak

20.3197 WW-PV, 21/438 WW-PV

Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 10 augustus 2020, 19/2360 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellant] te [woonplaats] (appellant)
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)
Datum uitspraak: 2 december 2021
Zitting hebben: H.G. Rottier als voorzitter en M. Schoneveld en S. Wijna als leden
Griffier: D.S. Barthel
Partijen zijn niet verschenen.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk.
Deze beslissing is uitgesproken in het openbaar. Zij is gebaseerd op de volgende overwegingen.
Het hoger beroep van appellant tegen de aangevallen uitspraak wordt niet-ontvankelijk verklaard omdat er geen procesbelang meer bestaat, omdat het Uwv bij gewijzigde beslissing op bezwaar van 29 november 2021 volledig tegemoet is gekomen aan het hoger beroep en er geen geschil meer bestaat over de in dat verband gevraagde schadevergoeding, proceskostenvergoeding en de vergoeding van het griffierecht.
Waarvan proces-verbaal.
De griffier De voorzitter
(getekend.) D.S. Barthel (getekend.) H.G. Rottier
Voor eensluidend afschrift
de griffier van de
Centrale Raad van Beroep