ECLI:NL:CRVB:2021:3070
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag woningaanpassing op basis van Wmo 2015
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 8 december 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant. De zaak betreft de aanvraag van [betrokkene] voor een woningaanpassing in de vorm van een aanbouw aan haar woning, welke aanvraag door het college van burgemeester en wethouders van Helmond was afgewezen. De rechtbank had het beroep van [betrokkene] ongegrond verklaard, en de Centrale Raad bevestigt deze uitspraak. De Raad oordeelt dat appellanten niet aannemelijk hebben gemaakt dat er ten tijde van de aankoop van de woning geen geschikte woningen beschikbaar waren. De Raad verwijst naar eerdere rechtspraak waarin is vastgesteld dat het aan de aanvrager is om aan te tonen dat er geen alternatieven waren. De Raad concludeert dat het college terecht heeft gesteld dat [betrokkene] haar hulpvraag had kunnen voorkomen door tijdig contact op te nemen met de gemeente. De afwijzing van de aanvraag op grond van artikel 2.8 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning Peelgemeente Helmond 2015 wordt als terecht beoordeeld. De Raad wijst erop dat er geen verplichting voor het college bestond om een maatwerkvoorziening te verstrekken, aangezien er geen noodzaak was voor een woningaanpassing. De uitspraak bevestigt de eerdere beslissing van de rechtbank en er zijn geen proceskosten aan de orde.