ECLI:NL:CRVB:2021:2906
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking van AIO-aanvulling wegens niet gemeld vermogen in het buitenland
In deze zaak gaat het om de intrekking van de AIO-aanvulling van appellante, die de Bulgaarse nationaliteit heeft en in Nederland woont. Appellante heeft samen met haar partner, die een AOW-pensioen en bijstand ontving, een AIO-aanvulling gekregen. Bij een steekproefsgewijs onderzoek in 2016 ontdekte de Sociale verzekeringsbank (Svb) dat appellante eigenaar was van een appartement in Bulgarije, wat zij niet had gemeld. De Svb besloot daarop de AIO-aanvulling van appellante met terugwerkende kracht in te trekken, omdat het vermogen in het buitenland boven de vrij te laten grens lag. Appellante heeft in hoger beroep aangevoerd dat zij feitelijk niet over het appartement kon beschikken, maar de Raad oordeelt dat zij juridisch eigenaar was en dat zij niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij niet over het appartement kon beschikken. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank, die het beroep tegen het besluit van de Svb ongegrond had verklaard. De Raad concludeert dat de Svb terecht heeft vastgesteld dat appellante de inlichtingenverplichting heeft geschonden door het appartement niet te melden. De uitspraak van de Centrale Raad van Beroep is gedaan op 23 november 2021.