ECLI:NL:CRVB:2021:2305
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Ingebrekestelling vereist bij ontbreken beslistermijn na toepassing 8:113 Awb
Op 10 september 2021 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 20/4492 WMO15. Deze uitspraak betreft een hoger beroep van appellante tegen het college van burgemeester en wethouders van Haarlem. De zaak is ontstaan na een eerdere uitspraak van de Raad op 29 juli 2020, waarin de rechtbank Noord-Holland op 21 januari 2020 werd vernietigd. In die uitspraak werd het college opgedragen om een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen, maar er werd geen termijn vastgesteld voor deze beslissing. Hierdoor voldeed het college niet aan de voorwaarden van artikel 6:12, tweede en derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Appellante, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. E.C. Weijsenfeld, heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een nieuwe beslissing op bezwaar. Het college heeft hierop een verweerschrift ingediend. De Raad heeft overwogen dat, ingevolge artikel 6:12 van de Awb, een ingebrekestelling vereist is wanneer het bestuursorgaan in gebreke blijft om tijdig een besluit te nemen. Appellante stelde dat in dit geval geen ingebrekestelling nodig was, maar de Raad volgde dit standpunt niet.
De Raad concludeerde dat het beroep van appellante niet-ontvankelijk is, omdat er geen ingebrekestelling was gedaan. De Raad heeft geen grond gevonden voor toepassing van artikel 8:55c van de Awb en er was ook geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd gedaan door L.M. Tobé, in tegenwoordigheid van P. Boer als griffier, en is openbaar uitgesproken op 10 september 2021.