Uitspraak
20.211 AW, 20/212 AW
OVERWEGINGEN
25 november 2008 hierover een gesprek is gevoerd, is de beoordeling bij besluit van
22 januari 2009 ongewijzigd vastgesteld. Het hiertegen gemaakte bezwaar heeft het college bij besluit van 4 februari 2010 ongegrond verklaard. Hiertegen is door appellante geen beroep ingesteld, zodat dit besluit in rechte vaststaat.
,waarbij de aspecten kennis, zelfstandigheid, contact en kwantiteit negatief zijn gewaardeerd, berusten op voldoende gronden en kunnen de rechterlijke toetsing doorstaan
.
.De Raad stelt voorop dat volgens zijn vaste rechtspraak (uitspraak van 8 februari 2007, ECLI:NL:CRVB:2007:AZ8746) de bestuursrechter niet op alle aangevoerde gronden hoeft in te gaan, maar zich kan beperken tot de kern daarvan. De Raad zal zich dan ook beperken tot bespreking van de kern van de door appellante in hoger beroep aangevoerde gronden.
-diploma alsnog te halen toen haar duidelijk werd dat dit haar werd aangerekend. Door voorafgaand aan het ontslag voorts niet op het aanbod in te gaan om op informele wijze met leidinggevende H te onderzoeken of een andere functie bij de gemeente misschien beter past, heeft appellante laten zien onvoldoende inzicht te hebben in haar functioneren, dit terwijl er drie negatieve beoordelingen op rij voorlagen.