Uitspraak
20.1529 AOW
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak;
- verklaart het beroep tegen het bestreden besluit van 8 oktober 2019 ongegrond.
Centrale Raad van Beroep
Op 8 juli 2021 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak van de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Svb) tegen een betrokkene die een ouderdomspensioen op grond van de Algemene Ouderdomswet (AOW) had aangevraagd. De Svb had aan betrokkene een pensioen voor een gehuwde pensioengerechtigde toegekend, maar betrokkene stelde dat zij duurzaam gescheiden leefde van haar echtgenoot. De rechtbank Gelderland had eerder geoordeeld dat er sprake was van duurzaam gescheiden leven, maar de Svb ging in hoger beroep tegen deze uitspraak.
De Raad heeft de feiten en omstandigheden van de situatie van betrokkene en haar echtgenoot onderzocht. Betrokkene en haar echtgenoot zijn sinds 1975 gehuwd, maar wonen sinds 2001 niet meer samen. De Svb had in 2018 een onderzoek ingesteld naar de leefsituatie van de echtgenoot van betrokkene, wat leidde tot de herziening van zijn pensioen. De Raad oordeelde dat de financiële verstrengeling tussen betrokkene en haar echtgenoot, evenals de frequentie van hun contact, niet duidde op duurzaam gescheiden leven. De Raad concludeerde dat de Svb terecht het pensioen voor een gehuwde pensioengerechtigde had toegekend.
De uitspraak van de rechtbank werd vernietigd en het beroep tegen het bestreden besluit van de Svb werd ongegrond verklaard. De Raad benadrukte dat de omstandigheden van de feitelijke situatie bepalend zijn voor de beoordeling van duurzaam gescheiden leven, en dat de motieven voor het niet samenwonen niet relevant zijn voor deze beoordeling.