ECLI:NL:CRVB:2021:161
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- B.J. van de Griend
- J.T.H. Zimmerman
- E. Dijt
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag faillissementsuitkering en terugvordering voorschot door Uwv
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 27 januari 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Midden-Nederland. De appellant had een aanvraag ingediend voor een faillissementsuitkering op basis van de Werkloosheidswet (WW) vanwege betalingsonmacht van zijn werkgever, een besloten vennootschap (BV). De aanvraag werd door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) afgewezen, en het Uwv vorderde een eerder verstrekt voorschot terug. De Raad oordeelde dat de appellant niet voldoende bewijs had geleverd voor het bestaan van een privaatrechtelijke dienstbetrekking met de BV. Ondanks zijn verklaringen kon hij de twijfels over zijn dienstverband niet wegnemen met verifieerbare gegevens. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank, waarin werd gesteld dat de appellant niet als werknemer kon worden aangemerkt, en dat het Uwv terecht de aanvraag had afgewezen en het voorschot had teruggevorderd. De Raad benadrukte dat het aan de appellant was om aannemelijk te maken dat hij recht had op de uitkering, en dat hij hierin niet was geslaagd. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.