ECLI:NL:CRVB:2021:1603
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.A.H. van Dalen
- A. van Gijzen
- M. Wolfrat
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake terugkomen van besluiten over schuldig nalatig verklaring en korting op AOW-pensioen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 1 juli 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de besluiten van de Sociale verzekeringsbank (Svb) met betrekking tot een schuldig nalatig verklaring en de korting op het AOW-pensioen van betrokkene. Betrokkene had in 2009 verzocht om kwijtschelding van een openstaande aanslag inkomstenbelasting, wat door de Belastingdienst werd afgewezen. In 2011 verklaarde de Svb betrokkene schuldig nalatig voor het niet betalen van AOW-premies over 2005, wat leidde tot een korting van 2% op zijn ouderdomspensioen. Betrokkene verzocht in 2019 de Svb om terug te komen van deze besluiten, na de kwijtschelding van de Belastingdienst in 2019. De Svb wees dit verzoek af, maar de rechtbank oordeelde dat de Svb niet voldoende had gemotiveerd waarom de kwijtschelding geen nieuw feit was. De Centrale Raad oordeelde dat de kwijtschelding inderdaad een relevant nieuw feit was en dat de Svb het besluit van 6 juni 2011 had moeten intrekken. De Raad vernietigde de eerdere uitspraak van de rechtbank voor zover deze de Svb verplichtte om de korting op het ouderdomspensioen ongedaan te maken, maar bevestigde dat de korting per augustus 2018 moest vervallen. De Svb werd veroordeeld in de proceskosten van betrokkene.