ECLI:NL:CRVB:2021:159
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herziening en terugvordering van ouderdomspensioen op basis van duurzaam gescheiden leven
In deze zaak gaat het om de herziening en terugvordering van ouderdomspensioen door de Sociale verzekeringsbank (Svb) van appellanten, die sinds 1964 gehuwd zijn. Appellanten hebben in 2003 een ouderdomspensioen aangevraagd en daarbij onterecht aangegeven ongehuwd te zijn en alleen te wonen. De Svb heeft na onderzoek vastgesteld dat appellanten in werkelijkheid samenwoonden en heeft hun pensioen met terugwerkende kracht herzien. De rechtbank Gelderland heeft de bezwaren van appellanten tegen deze besluiten ongegrond verklaard. Appellanten hebben in hoger beroep gesteld dat er wel degelijk sprake was van duurzaam gescheiden leven en dat de Svb niet met terugwerkende kracht mocht herzien en terugvorderen. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de Svb terecht heeft geconcludeerd dat er geen sprake was van duurzaam gescheiden leven, omdat appellanten feitelijk samenwoonden en financiële verstrengeling vertoonden. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst de verzoeken van appellanten af. Tevens wordt een schadevergoeding toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn in de procedure.