Uitspraak
20.541 AW
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- veroordeelt het college in de kosten van betrokkene tot een bedrag van € 534,-;
- bepaalt dat van het college een griffierecht wordt geheven van € 532,-.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 juni 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland. De zaak betreft een ambtenaar die sinds 1 oktober 2002 werkzaam was bij de gemeente Utrecht en die regelmatig ziek was geweest, voornamelijk door psychische klachten. Het college van burgemeester en wethouders had hem op 19 juli 2017 strafontslag verleend wegens plichtsverzuim, omdat hij weigerde zijn werk te hervatten terwijl hij volgens de bedrijfsarts voor 50% arbeidsgeschikt was. De rechtbank oordeelde dat het college niet voldoende had onderzocht of de ambtenaar in staat was de gevolgen van zijn gedrag te overzien, en vernietigde het ontslagbesluit.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het college had moeten afgaan op de adviezen van de bedrijfsarts, maar dat het niet uitgesloten kon worden dat de bedrijfsarts de psychische problematiek van de ambtenaar had onderschat. De Raad concludeerde dat het college het gebrek in het bestreden besluit niet had hersteld en dat er geen aanleiding was om het college nogmaals het gebrek te laten herstellen. De Raad veroordeelde het college in de kosten van de ambtenaar in hoger beroep, begroot op € 534,-.
De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige beoordeling van de toerekenbaarheid van plichtsverzuim, vooral in gevallen waarin psychische klachten een rol spelen. De Raad volgde de rechtbank in haar oordeel dat het primaire ontslagbesluit terecht was herroepen en bevestigde de aangevallen uitspraak.