Uitspraak
20.1926 AW
OVERWEGINGEN
niet-ontvankelijk moet worden verklaard omdat het onredelijk laat is ingediend. Hiertoe wordt het volgende overwogen. Volgens vaste rechtspraak (zie onder meer de uitspraken van 20 maart 2015, ECLI:NL:CRVB:2015:1055 en 2 juni 2015, ECLI:NL:CRVB:2015:1702) geldt dat een verzoek om herziening als hier aan de orde in de regel geacht wordt onredelijk laat te zijn ingediend, indien het verzoek is ingediend meer dan een jaar nadat de indiener bekend is geworden met de daarin gestelde nieuwe feiten en omstandigheden dan wel, indien geen nieuwe feiten en omstandigheden zijn gesteld, na de openbaarmaking van de uitspraak waarvan herziening wordt verzocht. Verzoekster heeft gesteld tussen december 2019 en eind april 2020 bekend te zijn geworden met de door haar gestelde feiten en omstandigheden. Niet gebleken is dat al deze feiten en omstandigheden al eerder bij verzoekster bekend waren. Dat, zoals het college heeft gesteld, verzoekster daar al eerder mee bekend had kunnen zijn, is gelet op het hiervoor weergegeven toetsingskader niet relevant voor het antwoord op de vraag of het verzoek onredelijk laat is ingediend. Nu verzoekster haar verzoek om herziening binnen de termijn van een jaar heeft ingediend, bestaat er geen aanleiding om het verzoek
niet-ontvankelijk te verklaren op de grond dat het onredelijk laat is ingediend.