ECLI:NL:CRVB:2019:3235
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening van een eerder ontslagbesluit in het ambtenarenrecht
Op 10 oktober 2019 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een verzoek om herziening van een eerdere uitspraak van de Raad van 22 december 2016. In die eerdere uitspraak werd het bezwaar van verzoekster tegen haar ontslag wegens plichtsverzuim ongegrond verklaard. Verzoekster, die zich in deze procedure liet vertegenwoordigen door een advocaat, stelde dat de bestuursrechter niet bevoegd was, omdat het ontslagbesluit en de beslissing op bezwaar geen besluiten in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) waren, maar frauduleuze handelingen. Daarnaast voerde zij aan dat er geen sprake was van plichtsverzuim, omdat het tijdsregistratiesysteem van de gemeente niet betrouwbaar was.
De Raad heeft het verzoek om herziening afgewezen. De Raad benadrukte dat herziening alleen mogelijk is op basis van feiten en omstandigheden die vóór de uitspraak plaatsvonden, niet bekend waren en die, indien eerder bekend, tot een andere uitspraak zouden hebben geleid. De Raad oordeelde dat de door verzoekster ingediende stukken niet relevant waren voor de beoordeling van het plichtsverzuim en dat het verzoek om herziening niet aan de voorwaarden voldeed.
De Raad wees ook de vordering van het college om verzoekster in de kosten van de procedure te veroordelen af, omdat er onvoldoende aanleiding voor was. De uitspraak werd gedaan door C.H. Bangma, in tegenwoordigheid van griffier E. Stumpel, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.