Uitspraak
19 1376 PW, 19/1666 PW
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
(schuur met de) kwekerij zelf, is het in dit geval aannemelijk dat in ieder geval één eerdere oogst heeft plaatsgevonden.
eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) vernietigen voor zover het betreft de intrekking over de periode van 1 oktober 2016 tot 29 januari 2017 en de terugvordering, omdat deze ondeelbaar is, in zijn geheel. Het college heeft ter zitting, kort gezegd, verklaard dat een eventueel gebrek in de besluitvorming dat samenhangt met het aantal oogsten niet kan worden hersteld. Daarom zal de Raad zelf in de zaak voorzien door de besluiten van 7 maart 2018 te herroepen voor zover deze zien op de intrekking van de bijstand over de periode van 1 oktober 2016 tot 29 januari 2017.
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak;
- verklaart het beroep tegen het besluit van 20 augustus 2018 gegrond en vernietigt dit besluit voor zover het betreft de intrekking over de periode van 1 oktober 2016 tot 29 januari 2017 en de terugvordering in zijn geheel;
- herroept de besluiten van 7 maart 2018 voor zover het de intrekking over de periode van 1 oktober 2016 tot 29 januari 2017 betreft en bepaalt dat deze uitspraak in zoverre in de plaats treedt van het vernietigde gedeelte van het besluit van 20 augustus 2018;
- draagt het college op een nieuwe beslissing te nemen op de bezwaren tegen de besluiten van 7 maart 2018 voor zover het de terugvordering betreft en bepaalt dat tegen dat besluit slechts beroep bij de Raad kan worden ingesteld;
- veroordeelt het college in de kosten van appellanten tot een bedrag van in totaal € 2.625,-;
- bepaalt dat het college aan appellanten het in beroep en hoger beroep betaalde griffierecht van € 174,- vergoedt.