Uitspraak
18.6305 WAJONG
OVERWEGINGEN
3 oktober 2011 omdat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn die ertoe leiden dat dat besluit onjuist zou zijn.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om de herhaalde aanvraag van appellante voor een Wajong-uitkering, ingediend op 19 mei 2017. Het Uwv heeft deze aanvraag beoordeeld als een eerste aanvraag, in tegenstelling tot eerdere aanvragen in 2011 en 2013. De Raad voor de Rechtspraak heeft de afwijzing van de aanvraag getoetst aan de beroepsgronden van appellante. Appellante heeft in hoger beroep de eerder ingediende gronden herhaald, maar de rechtbank heeft deze gronden als niet slagen beoordeeld. De rechtbank oordeelde dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn die de eerdere besluiten van het Uwv zouden ondermijnen. De medische beoordelingen door de verzekeringsartsen van het Uwv zijn niet in twijfel getrokken, en er is geen aanleiding gezien om een deskundige in te schakelen. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond.