ECLI:NL:CRVB:2020:3273
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering van ziekengeld en terugvordering voorschot door het Uwv op basis van arbeidsovereenkomst tijdens ziekte
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 23 december 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De appellant, die een arbeidsovereenkomst had met een stichting, had zich ziek gemeld en verzocht om ziekengeld op grond van de Ziektewet. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) weigerde echter ziekengeld toe te kennen, omdat de stichting volgens het Uwv verplicht was om het loon door te betalen tijdens de ziekte van de appellant. Het Uwv had eerder een voorschot op het ziekengeld verstrekt, maar vorderde dit bedrag terug omdat zij van mening was dat de appellant recht had op loon van de stichting.
De rechtbank had het beroep van de appellant ongegrond verklaard, waarbij werd overwogen dat het Uwv mocht uitgaan van de gegevens in de polisadministratie, tenzij de appellant kon aantonen dat deze gegevens onjuist waren. De appellant had niet aangetoond dat er geen arbeidsovereenkomst bestond op het moment van zijn ziekmelding. In hoger beroep herhaalde de appellant zijn standpunt, maar de Raad oordeelde dat de rechtbank terecht had geoordeeld. De Raad bevestigde dat de appellant recht had op loon van de stichting en dat het Uwv terecht had geweigerd om ziekengeld toe te kennen.
De Raad oordeelde dat de gegevens in de polisadministratie klopten en dat de appellant niet had aangetoond dat deze onjuist waren. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd openbaar gemaakt op 23 december 2020, en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad.