ECLI:NL:CRVB:2020:3032
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- E.J.J.M. Weyers
- J.T.H. Zimmerman
- S.B. Smit-Colenbrander
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen de weigering van Wajong-uitkering wegens niet-duurzaam verlies van arbeidsvermogen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 2 december 2020 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de weigering van zijn Wajong-uitkering door het Uwv. Appellant, geboren in 1995, had in 2016 een aanvraag ingediend voor een Wajong-uitkering, maar het Uwv weigerde deze op basis van het oordeel dat hij in de toekomst weer arbeidsvermogen zou kunnen verkrijgen. De rechtbank Limburg had eerder het beroep van appellant gegrond verklaard, maar het Uwv handhaafde zijn standpunt in een nieuw besluit. De Raad oordeelde dat het Uwv onvoldoende had gemotiveerd waarom appellant niet aan de voorwaarden voor een Wajong-uitkering voldeed, met name de duurzaamheid van het ontbreken van arbeidsvermogen. De Raad bevestigde dat appellant niet over basale werknemersvaardigheden beschikt en dat zijn onbedwingbare gedrag een belemmering vormt voor aaneengeschakeld werken. De Raad oordeelde dat het Uwv de resultaten van de behandelingen bij de betrokken instanties moest betrekken in zijn beoordeling. Uiteindelijk werd het hoger beroep van appellant gedeeltelijk gegrond verklaard, maar het beroep tegen het tweede bestreden besluit van het Uwv werd ongegrond verklaard. De Raad veroordeelde het Uwv tot vergoeding van de proceskosten van appellant in hoger beroep.