ECLI:NL:CRVB:2020:2985
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om terug te komen van eerder WIA-besluit wegens gebrek aan nieuwe feiten of veranderde omstandigheden
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 30 november 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Den Haag. Appellante, die sinds 2012 ziek is door psychische klachten, had een WIA-uitkering ontvangen, maar deze werd in 2016 beëindigd omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt werd geacht. Appellante verzocht het Uwv om terug te komen van dit besluit, maar het verzoek werd afgewezen omdat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die deze herziening rechtvaardigden.
De rechtbank had het beroep van appellante tegen de afwijzing van het Uwv ongegrond verklaard. In hoger beroep herhaalde appellante haar standpunt dat haar gezondheidstoestand was verslechterd, onderbouwd met nieuwe medische informatie. De Raad oordeelde echter dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep overtuigend had aangetoond dat de ingebrachte informatie al was betrokken bij de eerdere beoordeling en dat er geen nieuwe feiten waren die een andere conclusie rechtvaardigden.
De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het verzoek van appellante niet voldeed aan de eisen voor een herbeoordeling. De Raad concludeerde dat het bestreden besluit niet evident onredelijk was en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 30 november 2020.