ECLI:NL:CRVB:2020:2882
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- H. Lagas
- J.J.T. van den Corput
- A.T. Marseille
- Rechtspraak.nl
Beëindiging tijdelijke aanstelling van ambtenaar wegens integriteitschending en functioneren
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 19 november 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De zaak betreft de beëindiging van de tijdelijke aanstelling van een ambtenaar bij het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) op basis van vermoedens van integriteitschending en onvoldoende functioneren. De minister had de detachering van de betrokkene, die sinds 1 juli 2016 bij VWS werkte, op 15 augustus 2017 beëindigd. De rechtbank had het bezwaar van de betrokkene tegen deze beëindiging gegrond verklaard, maar de Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de minister in redelijkheid tot zijn besluit had kunnen komen. De Raad concludeerde dat het vertrouwen in de betrokkene was geschaad door zijn functioneren en het vermoeden van integriteitschending. De Raad vernietigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep van de betrokkene ongegrond. De Raad oordeelde dat de minister op goede gronden had besloten de tijdelijke aanstelling van de betrokkene te beëindigen, en dat de betrokkene niet voldeed aan de redelijkerwijs te stellen eisen en verwachtingen.