ECLI:NL:CRVB:2020:2571
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om terug te komen van besluiten inzake WAO-uitkering zonder nieuwe feiten of omstandigheden
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 21 oktober 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Limburg. De appellant, die een uitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) ontvangt, heeft verzocht om terug te komen van eerdere besluiten van 2 september 1994 en 5 maart 2015. Hij stelde dat er nieuwe feiten en omstandigheden waren die deze besluiten onjuist maakten. De Raad oordeelde echter dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die de eerdere besluiten konden onderbouwen. De rechtbank had eerder al geoordeeld dat de besluiten aan de appellant bekend waren gemaakt en dat zijn ontkenning van ontvangst ongeloofwaardig was. De Raad bevestigde deze conclusie en oordeelde dat het verzoek om terug te komen terecht was afgewezen. De Raad benadrukte dat de appellant niet had aangetoond dat hij in afwijking van de gegevens van het Uwv eerder arbeidsongeschikt was geweest dan vastgesteld. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.