Uitspraak
17.6280 ZW, 17/6281 ZW, 19/49 ZW
OVERWEGINGEN
binnenvier weken na een eerdere beëindiging van het recht op ziekengeld na een EZWb, en waarbij in die tussenliggende periode WW-uitkering is toegekend en niet in enig werk is hervat. Dat in deze situatie – anders dan bij een ziekmelding die ten minste vier weken
naeen EZWb plaatsvindt – op grond van artikel 29, vijfde lid, van de ZW sprake is van samentelling van de twee ziekteperiodes doet daaraan – anders dan het Uwv in zijn brief van 23 november 2018 kennelijk meent – niet af. In de uitspraak van 22 maart 2017 is in 4.6.5 reeds overwogen dat artikel 19aa van de ZW een dode letter zou worden indien na een EZWb de maatstaf arbeid weer het laatst verrichte werk zou zijn. In dat geval zou in (vrijwel) alle gevallen bij een ziekmelding een dag na de beëindiging van het ziekengeld na een EZWb alweer recht op ziekengeld bestaan doordat de twee periodes van ziekte samengeteld worden op grond van artikel 29, vijfde lid, van de ZW. Dit moet in strijd met de uitdrukkelijke bedoeling van de wetgever worden geacht.
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraken 1 en 2;
- veroordeelt het Uwv in de proceskosten van appellante tot een bedrag van € 1.050,-;
- bepaalt dat het Uwv aan appellante het in hoger beroep betaalde griffierecht van € 124,- vergoedt.