Uitspraak
19 2986 AW
18 juni 2019, 18/3986 (aangevallen uitspraak)
PROCESVERLOOP
. De korpschef heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. J.H. van Keeken, advocaat, en [naam Y].
OVERWEGINGEN
Vervolgens is in de brief en de daarbij gevoegde bijlage mededeling gedaan van twee, ten behoeve van elf [functionarissen] – onder wie appellant – gemaakte maatwerkafspraken, waarover in het Centraal Georganiseerd Overleg Politie op 2 juni 2016 overeenstemming is bereikt en die op 30 juni 2016 door de korpschef zijn vastgesteld:
Op grond van maatwerkafspraak 1 kan appellant toch op de leeftijd van 55 jaar gebruik maken van de ontslaguitkering als hij hier om verzoekt. Hij kan dit ook doen op een moment gelegen tussen zijn 55ste en tien jaar voorafgaand aan de voor hem geldende
AOW-gerechtigde leeftijd. Dit betekent wel dat hij maximaal tien jaar recht heeft op de ontslaguitkering. Omdat de einddatum van de uitkering in dat geval voor zijn
AOW-gerechtigde leeftijd ligt, krijgt appellant te maken met een AOW-gat. De korpschef compenseert dit niet.
Maatwerkafspraak 2 geldt specifiek voor de [functionarissen] – onder wie appellant – die tien jaar of meer in het oude type helikopter hebben gevlogen. Als zij na hun 55ste willen doorwerken, maar daarna om medische redenen niet meer geschikt zijn om te vliegen, kunnen zij tien jaar voorafgaand aan de voor hen geldende AOW-gerechtigde leeftijd toch gebruik maken van de ontslaguitkering. Er moet dan wel een redelijk vermoeden bestaan dat er een verband is tussen de ongeschiktheid tot werken en het gedurende langere tijd vliegen in het oude type helikopter.
AOW-gerechtigde leeftijd een uitkering op grond van de Regeling wordt verleend.
9 augustus 2016 alsnog niet-ontvankelijk verklaren.
BESLISSING
zover appellant in zijn bezwaar is ontvangen;
- veroordeelt de korpschef in de proceskosten van appellant tot een bedrag van € 612,50;
vergoedt.