ECLI:NL:CRVB:2020:2365
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om kwijtschelding van bijstandsverschuldigde bedragen na herhaalde schending van inlichtingenverplichting
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan op het hoger beroep van appellant tegen de afwijzing van zijn verzoek om kwijtschelding van een schuld die voortvloeit uit terugvordering van bijstandsuitkeringen. Appellant ontving bijstand op basis van de Participatiewet, maar zijn bijstand is in het verleden meerdere keren ingetrokken vanwege schending van de inlichtingenverplichting. Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam heeft in 2004, 2008 en 2012 besluiten genomen om bijstandsbedragen terug te vorderen, omdat appellant geen melding had gemaakt van relevante omstandigheden zoals gezamenlijke huishouding en inkomsten. In 2016 heeft appellant verzocht om kwijtschelding van de openstaande schuld, maar dit verzoek is afgewezen omdat appellant niet voldeed aan de voorwaarden voor kwijtschelding, met name vanwege recidive in het niet nakomen van de inlichtingenverplichting. De rechtbank heeft het beroep van appellant tegen deze afwijzing ongegrond verklaard, waarna appellant in hoger beroep ging. De Centrale Raad van Beroep heeft geoordeeld dat het college terecht heeft gehandeld door het verzoek om kwijtschelding af te wijzen, omdat appellant niet voldeed aan de voorwaarden zoals vastgelegd in de beleidsregels. De Raad heeft vastgesteld dat de terugvordering is gebaseerd op herhaalde schendingen van de inlichtingenverplichting, wat in strijd is met de voorwaarden voor kwijtschelding. De Raad heeft de uitspraak van de rechtbank bevestigd en het hoger beroep van appellant afgewezen.