Uitspraak
18.3094 ZW
OVERWEGINGEN
8 februari 2017 ten grondslag gelegen. Het tegen het besluit van 9 februari 2017 gemaakte bezwaar heeft het Uwv bij besluit van 13 juni 2017 (bestreden besluit) ongegrond verklaard, onder verwijzing naar een rapport van een verzekeringsarts bezwaar en beroep van
7 juni 2017. Het Uwv heeft zich in het bestreden besluit op het standpunt gesteld dat er in verband met het ontbreken van nieuwe feiten of veranderde omstandigheden als bedoeld in artikel 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) geen aanleiding is om terug te komen van de besluiten van 3 mei 2012 en 6 september 2012.
6 september 2012 te herzien, beslist met overeenkomstige toepassing van artikel 4:6, tweede lid, van de Awb. Dit betekent dat de bestuursrechter aan de hand van de aangevoerde beroepsgronden toetst of het bestuursorgaan zich terecht, zorgvuldig voorbereid en deugdelijk gemotiveerd op het standpunt heeft gesteld dat er geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden zijn. Als het bestreden besluit die toets doorstaat, kan de bestuursrechter niettemin aan de hand van wat de rechtszoekende heeft aangevoerd tot het oordeel komen dat het bestreden besluit evident onredelijk is (zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Raad van