In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen een besluit van de Sociale verzekeringsbank (Svb) inzake de terugvordering van AIO-aanvulling en de oplegging van een boete. Appellante ontving sinds 21 mei 2012 een AIO-aanvulling, maar heeft verzuimd om haar Franse pensioenen en bankrekeningen te melden. De Svb heeft haar AIO-aanvulling opgeschort en later ingetrokken, waarna appellante een nieuwe aanvraag indiende die werd afgewezen. De Svb heeft vervolgens de kosten van de AIO-aanvulling teruggevorderd en een boete opgelegd wegens het schenden van de inlichtingenverplichting. De rechtbank heeft het bezwaar van appellante tegen de boete gegrond verklaard, maar de Svb heeft in hoger beroep de boete gemaximeerd op € 8.200,-. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat de Svb niet kon aantonen dat appellante grove schuld had, waardoor de boete verlaagd werd naar € 5.200,-. De Raad heeft ook geoordeeld dat er geen dringende redenen waren om van terugvordering af te zien, ondanks de financiële problemen van appellante. De uitspraak benadrukt de verplichting van appellante om alle relevante informatie te verstrekken en de gevolgen van het niet naleven van deze verplichtingen.