ECLI:NL:CRVB:2020:2011
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om verlenging diplomatermijn studiefinanciering op basis van bijzondere omstandigheden
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 26 augustus 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep over de afwijzing van een verzoek van appellante om verlenging van de diplomatermijn voor haar studiefinanciering. Appellante, die sinds 1 september 2006 studiefinanciering ontving voor haar masteropleiding Geneeskunde aan de Universiteit van Amsterdam, had haar prestatiebeurs willen omzetten in een gift. De diplomatermijn eindigde op 31 augustus 2016, maar appellante had het afsluitend examen niet voor deze datum behaald. De Raad oordeelde dat de minister het verzoek om verlenging van de diplomatermijn terecht had afgewezen, omdat de studievertraging niet het gevolg was van bijzondere omstandigheden, maar van appellantes eigen planning om de studie versneld af te ronden. De Universiteit van Amsterdam had geen ondersteunende verklaring afgegeven voor de studievertraging, wat noodzakelijk was voor de beoordeling van het verzoek. De Raad bevestigde dat de minister niet verplicht was om de diplomatermijn te verlengen zonder een dergelijke verklaring van de onderwijsinstelling. De rechtbank had eerder het beroep van appellante ongegrond verklaard, en de Raad volgde dit oordeel, met enige verbetering van de gronden.