Uitspraak
19.3272 PW
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak voor zover de rechtbank daarbij het college heeft veroordeeld in de proceskosten van betrokkene;
- bevestigt de aangevallen uitspraak voor het overige.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 28 juli 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland. Het college van burgemeester en wethouders van Oldambt had hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank die het college had veroordeeld in de proceskosten van betrokkene, die onder bewind stond. De rechtbank had eerder geoordeeld dat het college de bijzondere bijstand voor de kosten van bewindvoering ten onrechte had ingetrokken en had de proceskosten van betrokkene toegewezen.
De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat de bewindvoerder, aangeduid als B, niet kan worden beschouwd als een derde die beroepsmatig rechtsbijstand verleent. Dit is gebaseerd op de wettelijke bepalingen die de rol van de bewindvoerder definiëren. De Raad concludeert dat het optreden van B als wettelijk vertegenwoordiger in het geding een taak is die voortvloeit uit de wet en dat B daarom niet in aanmerking komt voor een proceskostenvergoeding zoals bedoeld in het Besluit proceskosten bestuursrecht.
De Raad heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank vernietigd voor zover deze het college had veroordeeld in de proceskosten van betrokkene, maar heeft de uitspraak voor het overige bevestigd. Dit betekent dat de Centrale Raad van Beroep de beslissing van de rechtbank om de bijzondere bijstand in te trekken, niet heeft teruggedraaid, maar wel de kostenveroordeling heeft herzien.