ECLI:NL:CRVB:2020:151
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering terug te komen van het besluit inzake Wajong-uitkering en medische beoordeling
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 23 januari 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland. Appellante, geboren in 1990, had in 2011 een aanvraag ingediend voor arbeids- en inkomensondersteuning op basis van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wajong 2010). Deze aanvraag werd afgewezen omdat zij in staat werd geacht om meer dan 75% van het wettelijk minimumloon te verdienen. Na een aantal jaren heeft appellante opnieuw een aanvraag ingediend, waarbij zij stelde dat er nieuwe medische feiten waren die haar situatie veranderden, waaronder een diagnose van COPD en een lager IQ. Het Uwv weigerde echter terug te komen op het eerdere besluit, omdat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die de eerdere beoordeling zouden ondermijnen.
De rechtbank heeft het beroep van appellante tegen het besluit van het Uwv ongegrond verklaard, en appellante ging in hoger beroep. In hoger beroep heeft appellante aangevoerd dat haar medische situatie in 2011 niet goed is ingeschat en dat er wel degelijk nieuwe feiten zijn die haar arbeidsongeschiktheid aantonen. Het Uwv heeft in het hoger beroep bevestigd dat de eerdere besluiten correct waren en dat er geen aanleiding was om een deskundige in te schakelen.
De Raad heeft geoordeeld dat het Uwv terecht geen aanleiding heeft gezien om terug te komen van zijn eerdere besluiten. De medische beoordeling door het Uwv was volgens de Raad adequaat en er was geen twijfel over de juistheid daarvan. De Raad heeft de aangevallen uitspraak bevestigd, met verbetering van gronden.