Uitspraak
16.7331 WWB
OVERWEGINGEN
€ 4.266,98 van appellant terug te vorderen. Aan dit besluit heeft het college ten grondslag gelegd dat appellant de op hem rustende inlichtingenverplichting heeft geschonden door geen melding te maken van de inkomsten die hij heeft verworven uit de werkzaamheden in zijn voormalig bedrijf en het verrichten van op geld waardeerbare werkzaamheden. Het besluit van 16 februari 2015 is in rechte onaantastbaar geworden.
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak;
- verklaart het beroep gegrond en vernietigt het besluit van 2 december 2015 voor zover het de hoogte van de boete betreft;
- herroept het besluit van 17 juni 2015 voor zover het de hoogte van de boete betreft;
- stelt het bedrag van de boete vast op € 1.230,66 en bepaalt dat deze uitspraak in zoverre in
- veroordeelt het college in de proceskosten van appellant tot een bedrag van € 2.048,-;
- bepaalt dat het college aan appellant het in beroep en hoger beroep betaalde griffierecht van € 170,- vergoedt.