Uitspraak
18.3080 WIA
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om de geschiktheid van de functie van inpakker voor appellant, die een WGA-uitkering ontvangt. Appellant is sinds 23 maart 2012 in aanmerking gebracht voor een loongerelateerde WGA-uitkering, met een aanvankelijke mate van arbeidsongeschiktheid van 100%. Na herbeoordelingen door het Uwv is de mate van arbeidsongeschiktheid vastgesteld op 43,95% en later op 52%. In een besluit van 10 oktober 2017 is de mate van arbeidsongeschiktheid vastgesteld op 58%, waarbij appellant geschikt werd geacht voor de functie van inpakker (handmatig). De rechtbank Amsterdam heeft in een eerdere uitspraak geoordeeld dat de functie van inpakker passend is voor appellant, wat door het Uwv is onderbouwd met rapporten van arbeidsdeskundigen.
Appellant heeft in hoger beroep aangevoerd dat de rechtbank ten onrechte de geschiktheid van de functie inpakker heeft bevestigd, en dat zijn medicijngebruik en fysieke klachten hem belemmeren in deze functie. De Raad voor de Rechtspraak heeft echter geoordeeld dat de rechtbank terecht heeft vastgesteld dat de functie van inpakker de belastbaarheid van appellant niet overschrijdt. De Raad onderschrijft de overwegingen van de rechtbank en concludeert dat het hoger beroep van appellant niet slaagt. De aangevallen uitspraak wordt bevestigd en er is geen aanleiding voor schadevergoeding of proceskosten.