Uitspraak
15.238 WIA
OVERWEGINGEN
pathologische/radiologischeclassificatie is. Er is ook een klinische classificatie van DAI. Het feit dat [appellant] zich weer kan herinneren dat zijn broer op de spoedeisende hulp aan zijn bed stond, kan opgemaakt worden dat er bij [appellant] klinisch hooguit sprake is geweest van een milde vorm van DAI. Het is duidelijk dat de pathologische en klinische classificatie niet noodzakelijkerwijs met elkaar corresponderen. Dit houdt in dat er goed getoetst moet worden ten aanzien van de plausibiliteit en consistentie van de geclaimde beperkingen. In dat verband wijs ik er op dat het zelfs de deskundige is opgevallen dat [appellant] ‘zijn onbegrip (on)bewust enigszins overdrijft’. Bij het neuropsychologisch onderzoek in februari 2015 […] wordt melding gemaakt van het feit dat [appellant] tijdens het testen zijn eigen gang gaat en moeilijk beïnvloedbaar is; door zijn gedrag is de score voor de intelligentietest volgens de onderzoeker niet betrouwbaar en representatief, maar helaas is dit voor de onderzoeker geen reden geweest om de symptoomvaliditeitstest uit te voeren, waarmee kan worden onderzocht of er, al dan niet bewust, sprake is geweest van onderpresteren.”
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak;
- verklaart het beroep tegen het besluit van 6 februari 2014 niet-ontvankelijk;
- verklaart het beroep tegen het besluit van 5 januari 2018 ongegrond;
- veroordeelt de Staat tot betaling aan appellant van een vergoeding van schade tot een bedrag van € 1.500,-;
- veroordeelt het Uwv in de kosten van appellant in beroep en hoger beroep tot een bedrag van in totaal € 4.637,49;
- bepaalt dat het Uwv aan appellant het door hem betaalde griffierecht van in totaal € 168,- vergoedt.