Uitspraak
17.6344 ZW
OVERWEGINGEN
niet-ontvankelijk moet worden verklaard omdat appellant geen procesbelang heeft.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 19 december 2019 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Gelderland. Appellant, die als machineoperator werkzaam was, was sinds 24 maart 2015 arbeidsongeschikt door een bedrijfsongeval en psychische klachten. Hij ontving ziekengeld op basis van de Ziektewet (ZW) en kreeg per 5 september 2019 een WIA-uitkering toegekend, met een arbeidsongeschiktheid van 80 tot 100%.
De rechtbank had het beroep van appellant tegen het besluit van het Uwv om het ziekengeld te beëindigen gegrond verklaard, maar de rechtsgevolgen van dat besluit in stand gelaten. In hoger beroep stelde appellant dat de verzekeringsartsen zijn beperkingen te licht hadden ingeschat en dat hij de resterende functies niet kon vervullen. Het Uwv verweerde zich met rapporten van verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen.
De Raad beoordeelde of appellant voldoende procesbelang had bij een inhoudelijk oordeel. Het bleek dat de uitkomst van het hoger beroep voor appellant niet tot een gunstiger resultaat kon leiden, aangezien hij al een WIA-uitkering ontving. De Raad concludeerde dat appellant geen belang had bij de beoordeling van zijn hoger beroep, waardoor het niet-ontvankelijk werd verklaard. Er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.