ECLI:NL:CRVB:2019:3867
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Recht op studiefinanciering voor Unieburger en verblijfsvoorwaarde van vijf jaar
In deze zaak gaat het om het recht op studiefinanciering voor een Litouwse studente die in hoger beroep is gegaan tegen een besluit van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. De minister had de studiefinanciering herzien omdat de studente niet voldeed aan de verblijfsvoorwaarde van vijf jaar en niet als migrerend werknemer werd beschouwd. De Centrale Raad van Beroep heeft op 4 december 2019 uitspraak gedaan. De Raad oordeelt dat de studente in de maanden september en oktober 2012 wel degelijk voldoende economische activiteit heeft aangetoond, waardoor zij in die maanden als migrerend werknemer kan worden aangemerkt. De Raad vernietigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en het besluit van de minister voor deze maanden, maar bevestigt de herziening voor de overige maanden. De minister wordt veroordeeld in de proceskosten van de studente, die zijn begroot op € 1.920,-. De uitspraak benadrukt het belang van het leveren van bewijs voor economische activiteit en de voorwaarden voor het verkrijgen van studiefinanciering.