Uitspraak
17.5791 WW, 17/5920 WW
In deze zaak heeft het Uwv een verweerschrift ingediend. Namens betrokkene heeft
mr. drs. J. Sajtos een zienswijze ingediend.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 10 oktober 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De zaak betreft de werkloosheid van een betrokkene die als militair werkzaam was bij het Ministerie van Defensie. Betrokkene werd in 2015 aangehouden op verdenking van een zedenmisdrijf en is later ontslagen op grond van wangedrag. Het UWV weigerde zijn WW-uitkering met als reden dat zijn werkloosheid verwijtbaar was, omdat aan zijn ontslag een dringende reden ten grondslag lag. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de staatssecretaris onvoldoende voortvarend had gehandeld bij het ontslag, maar de Centrale Raad van Beroep heeft deze uitspraak vernietigd. De Raad oordeelde dat er wel degelijk sprake was van een dringende reden voor het ontslag, en dat betrokkene verwijtbaar werkloos was geworden. De Raad heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank vernietigd en het beroep tegen het besluit van het UWV ongegrond verklaard.