ECLI:NL:CRVB:2019:3209
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Duurzaamheid van arbeidsongeschiktheid en medische onderzoeken in WIA-zaken
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 10 oktober 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep over de duurzaamheid van de arbeidsongeschiktheid van een werknemer, die op 2 oktober 2015 en 27 februari 2017 als volledig arbeidsongeschikt was beoordeeld. De werknemer, die als APK-keurmeester werkte, had zich in 2013 ziek gemeld vanwege nek- en armklachten, later vergezeld door psychische klachten. Het Uwv had hem een loongerelateerde WGA-uitkering toegekend, maar zowel de werknemer als zijn werkgever, appellante, maakten bezwaar tegen deze beslissing. De rechtbank Gelderland had eerder de besluiten van het Uwv vernietigd, maar de Centrale Raad oordeelde dat de medische onderzoeken door het Uwv voldoende zorgvuldig waren uitgevoerd. De Raad concludeerde dat er geen duurzame arbeidsongeschiktheid was vastgesteld, omdat de complexiteit van de klachten en het gebrek aan motivatie voor behandeling de diagnose bemoeilijkten. De Raad bevestigde de eerdere uitspraken van de rechtbank en oordeelde dat de verzekeringsartsen voldoende onderbouwd hadden dat er bij de werknemer een kans op herstel bestond, mits hij de voorgestelde behandelingen zou ondergaan. De Raad wees de argumenten van appellante af en bevestigde de uitspraken van de rechtbank.