Uitspraak
18.2530 WW
mr. K. Bolier.
OVERWEGINGEN
1 maart 2015 volledig zijn beëindigd.
19 januari 2015 tot en met 1 februari 2015, in welke periode appellant volgens het Uwv
40 uur per week heeft gewerkt aan het aanleggen van de ICT-infrastructuur bij [naam stichting] . In verband hiermee heeft het Uwv een bedrag van in totaal € 12.266,39 aan volgens het Uwv onverschuldigd betaalde WW-uitkering van appellant teruggevorderd.
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak;
- verklaart het beroep gegrond en vernietigt het besluit van 12 oktober 2017;
- herroept het besluit van 2 mei 2017 dat betrekking heeft op de herziening en de terugvordering voor zover het ziet op de periodes van 1 september 2014 tot en met
- stelt het door het Uwv van appellant terug te vorderen bedrag vast op € 778,50;
- herroept het besluit van 2 mei 2017 dat betrekking heeft op de boete;
- stelt het bedrag van de boete vast op € 389,25;
- bepaalt dat deze uitspraak in zoverre in de plaats treedt van het vernietigde besluit van 12 oktober 2017;
- veroordeelt het Uwv in de kosten van appellant tot een bedrag van totaal € 3.072,-;
- bepaalt dat het Uwv aan appellant het in beroep en hoger beroep betaalde griffierecht van in totaal € 172,- vergoedt.