ECLI:NL:CRVB:2019:2869
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake dagloonberekening en verzoek om schadevergoeding in het kader van de Wet WIA
In deze zaak heeft appellant hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland, waarin zijn beroep tegen een besluit van het Uwv over de hoogte van zijn dagloon en een verzoek om schadevergoeding werd afgewezen. Appellant was ziek gemeld op 12 juni 2006 en heeft een IVA-uitkering aangevraagd op basis van de Wet WIA. Het Uwv heeft het dagloon berekend op basis van het loon dat appellant in de periode van 15 augustus 2005 tot en met 21 mei 2006 heeft genoten. Appellant betwist deze berekening en stelt dat het Uwv ten onrechte de dag van zijn auto-ongeval op 16 januari 2008 als referentie had moeten nemen voor de dagloonberekening. De rechtbank heeft geoordeeld dat het Uwv terecht is uitgegaan van de datum van ziekmelding als eerste ziektedag en dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn die een herziening van het besluit rechtvaardigen. De Raad bevestigt deze uitspraak en oordeelt dat het Uwv op goede gronden het dagloon heeft vastgesteld. Het verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen, evenals het beroep op het vertrouwensbeginsel, omdat er geen gerechtvaardigde verwachtingen zijn gewekt. De Raad concludeert dat er geen redenen zijn om de uitkomst van de dagloonberekening onjuist te achten en dat er geen sprake is van overschrijding van de redelijke termijn.