ECLI:NL:CRVB:2019:2645
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging dienstverband wegens ernstig plichtsverzuim na handgemeen tijdens privéactiviteit
In deze zaak gaat het om de beëindiging van het dienstverband van betrokkene, die werkzaam was bij de gemeente Beuningen. Betrokkene raakte tijdens het uitlaten van zijn hond in een handgemeen met een buurman, wat resulteerde in een strafrechtelijke veroordeling voor mishandeling. Het college van burgemeester en wethouders van Beuningen heeft betrokkene per 15 maart 2016 oneervol ontslag verleend wegens zeer ernstig plichtsverzuim. Betrokkene heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit werd ongegrond verklaard. Vervolgens heeft hij een aanvraag gedaan voor een uitkering op grond van de Werkloosheidswet (WW), die door het Uwv werd geweigerd op basis van verwijtbare werkloosheid. Betrokkene heeft beroep ingesteld tegen deze beslissing, maar de rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard en het bestreden besluit vernietigd. Het college heeft hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak.
De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het gedrag van betrokkene, hoewel plaatsgevonden in de privésfeer, niet verenigbaar was met zijn functie, waarin hij verantwoordelijk was voor het wijzen van hondenbezitters op hun verplichtingen. De Raad concludeert dat er sprake was van een dringende reden voor ontslag en dat betrokkene hiervan een verwijt kan worden gemaakt. De aangevallen uitspraak van de rechtbank wordt vernietigd en het beroep van betrokkene wordt ongegrond verklaard. Tevens wordt het Uwv veroordeeld in de proceskosten van het college.