ECLI:NL:CRVB:2019:1942
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herziening van bijstand en inlichtingenverplichting bij bijschrijvingen op bankrekening en verkoop van auto
In deze zaak gaat het om de herziening van de bijstand van appellant, die sinds 20 juni 2012 bijstand ontving op basis van de Participatiewet (PW). Het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven heeft de bijstand ingetrokken vanwege niet-naleving van de inlichtingenverplichting door appellant. Appellant had niet gemeld dat hij bijschrijvingen op zijn bankrekening ontving van zijn broers en dat hij een auto had verkocht. Het college heeft de bijstand herzien en terugvorderingen ingesteld. De rechtbank heeft het beroep van appellant tegen het besluit van het college ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft de Centrale Raad van Beroep de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat appellant de inlichtingenverplichting niet heeft geschonden met betrekking tot de verkoop van de auto, omdat deze als een vrijgelaten bezitting werd aangemerkt. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank, maar oordeelde dat het college in de proceskosten van appellant moest worden veroordeeld. De Raad benadrukte dat de bijschrijvingen op de bankrekening wel als inkomen moesten worden aangemerkt, en dat appellant niet kon aantonen dat de terugvordering onaanvaardbare gevolgen had voor zijn situatie.