ECLI:NL:CRVB:2016:1457
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.H.M. Roelofs
- Y.J. Klik
- M. ter Brugge
- Rechtspraak.nl
Terugvordering van bijstandsuitkering wegens verzwegen vermogen
In deze zaak gaat het om de terugvordering van bijstandsuitkeringen door het college van burgemeester en wethouders van Heerlen aan appellante, die sinds 22 juli 2010 bijstand ontving op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). Het college heeft vastgesteld dat appellante meerdere bankrekeningen had met een saldo dat de vermogensgrens overschreed, en dat zij dit niet had gemeld. Hierdoor heeft het college op 22 januari 2013 de bijstand over de periode van 22 juli 2010 tot en met 23 februari 2012 ingetrokken. Appellante heeft hiertegen geen rechtsmiddel aangewend.
Vervolgens heeft het college op 2 september 2013 een bedrag van € 5.489,50 bruto teruggevorderd van appellante. Dit bedrag was gebaseerd op het vermogensoverschot dat was vastgesteld per 22 juli 2010, na aftrek van de vermogensvrijlating. Appellante heeft bezwaar gemaakt tegen deze terugvordering, maar het college heeft dit bezwaar ongegrond verklaard. De rechtbank Limburg heeft het beroep van appellante tegen dit besluit ongegrond verklaard.
In hoger beroep heeft appellante zich verzet tegen de uitspraak van de rechtbank en verzocht om schadevergoeding. De Centrale Raad van Beroep heeft geoordeeld dat het college verplicht was om de ten onrechte verstrekte bijstand terug te vorderen, en dat de terugvordering niet verder gematigd kon worden dan het vastgestelde bedrag. De Raad heeft vastgesteld dat appellante niet aannemelijk heeft gemaakt dat er dringende redenen waren om van terugvordering af te zien. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het verzoek om schadevergoeding af.