ECLI:NL:CRVB:2019:1166
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvragen voor vervoersvoorziening ingevolge de Wmo 2015 voor rolstoelbus en financiële tegemoetkoming voor rolstoeltaxi
In deze zaak gaat het om de afwijzing van aanvragen voor een vervoersvoorziening ingevolge de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) door het college van burgemeester en wethouders van Heemstede. Appellanten, die beiden volledig rolstoelafhankelijk zijn en lijden aan het syndroom van Bruck, hebben verzocht om een rolstoelbus en een financiële tegemoetkoming voor het gebruik van een rolstoeltaxi voor de periode van 1 december 2015 tot 30 november 2016. Het college heeft de aanvragen afgewezen, maar heeft wel een financiële tegemoetkoming van € 3.330,- per persoon per jaar toegekend voor het gebruik van een rolstoeltaxi. De rechtbank heeft het beroep van appellanten ongegrond verklaard, waarop zij in hoger beroep zijn gegaan.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de medische adviezen die aan de afwijzing ten grondslag lagen zorgvuldig zijn opgesteld en dat er geen reden is om aan de juistheid ervan te twijfelen. De Raad oordeelt dat de verstrekte tegemoetkoming in de kosten van het gebruik van een rolstoeltaxi voldoende is om de sociale contacten van appellanten te onderhouden en deel te nemen aan het dagelijks leven. De Raad bevestigt dat de omstandigheden van appellanten niet dermate bijzonder zijn dat het college een rolstoelbus zou moeten verstrekken. De Raad komt tot de conclusie dat het hoger beroep niet slaagt en bevestigt de aangevallen uitspraak van de rechtbank.