Uitspraak
16.7664 AWBZ
3 november 2016, 15/653 (aangevallen einduitspraak)
OVERWEGINGEN
24 april 2015.
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- bepaalt dat van appellant een griffierecht wordt geheven van € 503,-.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 7 maart 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De zaak betreft een zorgindicatie die door het CIZ (Centraal Indicatieorgaan Zorg) is verleend aan betrokkene, die lijdt aan ernstige psychische klachten. Betrokkene was eerder geïndiceerd voor een zorgzwaartepakket GGZ03C, maar na een herindicatie door het CIZ werd de indicatie aangepast, wat leidde tot een bezwaar van betrokkene. De rechtbank oordeelde dat het bestreden besluit van het CIZ berustte op onvoldoende onderzoek en gebrekkige motivering, en gaf het CIZ de kans om het gebrek te herstellen. Het CIZ herhaalde echter zijn standpunt zonder aanvullend onderzoek te verrichten. De rechtbank vernietigde het besluit van het CIZ en kende betrokkene een nieuwe indicatie toe voor de periode van 7 mei 2014 tot en met 6 mei 2016.
In hoger beroep heeft het CIZ zijn eerdere standpunt herhaald, maar de Centrale Raad van Beroep heeft de overwegingen van de rechtbank onderschreven. De Raad concludeerde dat het CIZ onvoldoende invulling heeft gegeven aan zijn onderzoeksplicht en dat het gebrek in het bestreden besluit niet is hersteld. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige afweging en onderzoeksplicht van het CIZ bij het toekennen van zorgindicaties.