ECLI:NL:CRVB:2015:43
Centrale Raad van Beroep
- Tussenuitspraak bestuurlijke lus
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak over de zorgindicatie en onderzoeksplicht van CIZ in het kader van AWBZ-zorg
In deze tussenuitspraak van de Centrale Raad van Beroep, gedateerd 14 januari 2015, wordt de zorgindicatie van appellant, die lijdt aan diverse psychische en somatische klachten, opnieuw onder de loep genomen. Appellant, geboren in 1945 en van Turkse afkomst, had eerder een indicatie voor zorg op basis van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) ontvangen. Deze indicatie was in 2009 verleend en later verlengd, maar werd in 2011 door het CIZ beëindigd na een heronderzoek. De Raad oordeelt dat het bestreden besluit van het CIZ onvoldoende onderzoek en gebrekkige motivering vertoont. De Raad stelt dat CIZ nader (medisch) onderzoek moet verrichten naar de beperkingen die appellant ondervindt als gevolg van zijn psychische klachten en hart- en vaatproblematiek, en of behandeling voor deze klachten noodzakelijk is. De Raad benadrukt dat indien er sprake is van significante beperkingen, CIZ ook moet overwegen of begeleiding op grond van de Zorgverzekeringswet (Zvw) aangewezen is. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, waarbij de voorzitter en de leden de noodzaak van aanvullend onderzoek onderstrepen.