ECLI:NL:CRVB:2018:4329
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- O.L.H.W.I. Korte
- E.C.R. Schut
- TH.C. van Sloten
- Rechtspraak.nl
Toepassing van de algemene onderzoeksbevoegdheid bij onderzoek naar vermogen in het buitenland en discriminatie op basis van nationaliteit
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 14 augustus 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de besluiten van het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven. Appellant ontving sinds 1992 bijstand op grond van de Wet werk en bijstand (WWB). Naar aanleiding van een themacontrole naar onroerend goed in het buitenland, heeft de Sociale Recherche een onderzoek ingesteld naar de rechtmatigheid van de bijstandsverlening aan appellant en zijn echtgenote. Dit onderzoek leidde tot de conclusie dat appellant onroerend goed in Turkije bezat, wat hij niet had gemeld. Het college heeft daarop de bijstand van appellant met terugwerkende kracht ingetrokken en de gemaakte kosten teruggevorderd. De rechtbank heeft de beroepen van appellant tegen deze besluiten ongegrond verklaard.
In hoger beroep heeft appellant betoogd dat het onderzoek naar zijn vermogen niet deugde en dat het college onrechtmatig bewijs had gebruikt. De Raad heeft geoordeeld dat het college niet gerechtvaardigd onderscheid heeft gemaakt op basis van nationaliteit, wat in strijd is met het discriminatieverbod. De Raad heeft vastgesteld dat het college onvoldoende onderbouwing heeft gegeven voor het toepassen van een risicoprofiel dat enkel gericht was op uitkeringsgerechtigden van Turkse afkomst. Hierdoor zijn de bevindingen uit het onderzoek in Turkije niet als bewijs aan de besluitvorming ten grondslag gelegd. De Raad heeft de aangevallen uitspraak van de rechtbank vernietigd en het besluit van het college herroepen, waarbij het college is veroordeeld tot schadevergoeding aan appellant.