ECLI:NL:CRVB:2015:1331
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om vergoeding van scholingskosten in het kader van de Werkloosheidswet
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 15 april 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Den Haag. De appellant, die sinds 14 juli 1997 recht heeft op een uitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), had een verzoek ingediend bij het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) voor vergoeding van de kosten van een cursus Windows Basis. Dit verzoek werd afgewezen omdat er geen concrete vacatures waren waarvoor deze cursus noodzakelijk was. De rechtbank had het beroep van de appellant tegen deze afwijzing ongegrond verklaard, en de Centrale Raad van Beroep bevestigde deze uitspraak.
De Raad overwoog dat de appellant zowel een WAO- als een WW-uitkering ontving en dat het Uwv bij de beoordeling van de noodzaak van scholing de richtlijnen van het Protocol Scholing hanteert. De Raad concludeerde dat er geen sprake was van een mogelijke herplaatsing in een functie op basis van de cursus en dat de cursus niet noodzakelijk was om de kansen van de appellant op de arbeidsmarkt te vergroten. De Raad verwierp ook het beroep van de appellant op het vertrouwensbeginsel, omdat de mededelingen in het tijdschrift 'Uwv Perspectief' niet als een toezegging aan de appellant konden worden beschouwd.
De uitspraak benadrukt het belang van concrete vacatures en de noodzaak van scholing in het kader van arbeidsinschakeling. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten.