ECLI:NL:CRVB:2018:43
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verzoek om herziening van een eerdere uitspraak inzake zorgindicatie en schadevergoeding
Op 3 januari 2018 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan op het verzoek om herziening van een eerdere uitspraak van de Raad van 15 februari 2017. Verzoekster had verzocht om herziening van deze uitspraak, waarin haar zorgindicatie op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) was vastgesteld. De Raad oordeelde dat het bijzondere rechtsmiddel van herziening niet bedoeld is voor een hernieuwde discussie over de zaak, maar enkel voor feiten of omstandigheden die vóór de uitspraak plaatsvonden en die de verzoekster niet bekend waren of redelijkerwijs niet bekend konden zijn. De Raad concludeerde dat de aangevoerde feiten en omstandigheden niet voldeden aan deze criteria, aangezien verzoekster hiermee bekend was of had kunnen zijn. Het verzoek om herziening werd dan ook afgewezen.
Daarnaast heeft verzoekster een verzoek om schadevergoeding ingediend, maar ook dit verzoek werd afgewezen. De Raad stelde vast dat de bepalingen van de Awb betreffende schadevergoeding niet van toepassing zijn op het rechtsmiddel van herziening. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit voorzitter M.F. Wagner en de leden L.M. Tobé en J.P.A. Boersma, in aanwezigheid van griffier L. Boersma. De beslissing werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.