ECLI:NL:CRVB:2018:4295
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging WGA-loonaanvullingsuitkering en schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 27 december 2018 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de beëindiging van zijn WGA-loonaanvullingsuitkering door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Appellant, die in september 2008 arbeidsongeschikt raakte, had recht op een loongerelateerde WGA-uitkering, maar deze werd in 2013 beëindigd op basis van een herbeoordeling die concludeerde dat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt was. Appellant was het niet eens met deze beslissing en stelde dat de door de verzekeringsarts opgestelde Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) niet adequaat rekening hield met zijn beperkingen, die voortvloeien uit zijn psychiatrische aandoening. De rechtbank Midden-Nederland had eerder het beroep van appellant gegrond verklaard, maar de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand gelaten.
De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn uitspraak de conclusies van de door de rechtbank ingeschakelde deskundige, prof. dr. H.J.C. van Marle, gevolgd. Van Marle had in zijn rapporten aangegeven dat de beperkingen in de FML niet voldoende waren om de begeleiding te waarborgen die appellant nodig heeft om arbeid te kunnen verrichten. De Raad oordeelde dat de geselecteerde functies voor appellant niet passend waren, omdat hij gekwalificeerde begeleiding nodig heeft. Hierdoor werd het hoger beroep van appellant gegrond verklaard en werd het besluit van het Uwv herroepen, waarbij appellant recht kreeg op een WGA-loonaanvullingsuitkering met een mate van arbeidsongeschiktheid van 80 tot 100%.
Daarnaast heeft de Raad geoordeeld dat er sprake was van een overschrijding van de redelijke termijn in de procedure, wat aanleiding gaf tot schadevergoeding. De Raad heeft de schadevergoeding vastgesteld op € 2.000,- voor de overschrijding van de redelijke termijn, waarbij het Uwv en de Staat ieder een deel van deze schadevergoeding moesten betalen. De uitspraak benadrukt het belang van adequate begeleiding voor arbeidsongeschikten en de noodzaak om medische beoordelingen zorgvuldig uit te voeren.